Grimmig craftbier
over paters, gelijk hebben, en bittere bittere teleurstelling
Ik heb graag gelijk. Ik vind het best aangenaam als ik iemand die niet meteen mijn mening deelt, na een lang en bij voorkeur met bier bevloeid gesprek, ervan kan overtuigen dat mijn argumenten beter waren en dat ik dus gewoon gelijk had.Maar soms wou ik ook gewoon eens dat mijn gelijk niet zo op voorhand al vastlag dat ik zelfs niet eens aan argumenteren toekwam. Dat mijn vooringenomenheid geen vanzelfsprekende profetie was, maar gewoon iets dat achteraf toch minstens een beetje nuance verdiende.Maar ik loop op de feiten vooruit. Flashback naar een jaar of zo geleden, toen De Gazet plots kopte dat Grimbergen een eigen micro-brouwerij heeft.
Allé ja. "Gazet"
Het was tenminste eens niét HLN.
Let that sink in. Probeer het maar eens, géén vooroordelen hebben bij een glunderende koppel paters die in hun gelikt bezoekerscentrum met interactieve knoppen en glimmende touchscreens naar hun nagelnieuwe microbrouwerij(*) staan te wijzen.
*) "We noemen het een micro-brouwerij, maar we kunnen best een flinke productie aan. Want we werken niet alleen voor de binnenlandse markt, ons bier is ook bestemd voor de uitvoer." dixit Vader Karel, maar die discussie voeren we nog wel een andere keer: micro wil niks zeggen als het voor het woordje brouwerij staat.
Grimbergen, een aftakking van Alken-Maes, komt wel vaker met verhaaltjes op de proppen waarvan je je kan afvragen of er niet evenveel gas inzit als in het bier. Eeuwenoude keldergewelven waarin nog recepten gevonden werden, perkamenten brouwregisters uit pre-napoleontische tijden, steeds maar afbrandende en halsstarrig steeds maar weer heropgebouwde abdijen, de paters houden wel van een zekere hyperbolische narratief.
Paters,
of toch eentje. In elk persbericht rond "brouwerij" Grimbergen (aka AlkenMaes) zie je het glunderende gezicht van pater Karel, al dan niet in Norbertijnenhabijt. Karel is blijkbaar de enige pater uit de abdij die zich met PR wil, kan of mag bezighouden, en is dus het de facto gezicht van Grimbergen (en meteen ook van craft-slash-microbrouwerij Grimbergen). Of pater Karel daadwerkelijk zélf brouwt, daarvan vind ik bitter weinig evidentie, maar ik neem aan dat eerlijkheid (of toch minstens waarachtigheid) een basiscompetentie van een Nortbertijn is.
"Voor het eerst sinds 200 jaar wordt er weer bier gebrouwen in de abdij", kopte HLN trots. Dat heb je nu eenmaal met abdijbieren(*): ze worden zelden of nooit in de abdij gebrouwen, maar dragen er toch lekker de naam van, alsof 't allemaal niet uitmaakt.
*) ik beloof plechtig die bubbel ten gepaste tijden ook nog eens van wat speldeprikken te voorzien maar ik mag van mijn cardioloog maar één rant tegelijk doen
Een "microbrouwerij" dus. Twee brouwsels van 30 hectoliter(*) per dag, oftwel 10.000 hectoliter per jaar, allemaal binnen de muren van de abdij.
*) een hectoliter is 100 liter. Dertig van die krengen is dus 3000 liter oftewel ongeveer een half blauw zomerzwembad van Den Aldi. Een miljoen liter per jaar of dik drie miljoen flesjes. Dat is voor een brouwerij niet véél, maar micro blijft een misleidende term, blijf ik dan denken.
Ook breed uitgesmeerd in de gazetten was dat de microbrouwerij (onder identiteit van Grimbergen, om het lekker duidelijk te maken dat ze niet gewoon van AlkenMaes komen zoals die àndere Grimbergens) wil inzetten op "eigentijdse, nieuwe biersoorten", en dus een beetje "anders" wil zijn dan de reeds bestaande Grimmekes.
Ik vind het artikel in kwestie niet terug maar ik herinner me dat in één adem gewag werd gemaakt van "historische recepten en brouwtechnieken" enerzijds, en anderzijds van "een quad van 10%, een hoppige pale ale en een brut bier". Ah ja, want wat dat brouwden de historische paters in 1128 ook al, en als we ze niet in de keldergewelven hadden weggemetst hadden de troepen van Napoleon al die recepten van quadrupels, pale ales en brutbieren zomaar verscheurd en verbrand en hadden we ze nooit leren kennen. Slimme gasten, die paters van vòòr de Guldensporenslag.
Maar goed, dat zijn mijn -lichtjes cynische, geef ik grif toe- bedenkingen als ik dat soort gazetkoppen lees.
De pudding is maar zo lekker als hij geproefd wordt, en ik was dan ook zéér blij(*) toen ik in Dendelleis zowaar twee van die crafterig Grimmekes ontwaarde.
*) en tegelijk al lichtjes achterdochtig want ik ken mezelf al een beetje
Maar voor de goede orde: mijn vooringenomheid stond alvast in de startblokken om, na veel gerant en gepalaver en desgevallend geproef, achteraf gewoon gelijk te krijgen in de stelling: "Dat lijkt me op zachtst gezegd allemaal een beetje mooier voorgesteld dan 't in 't echt is. Het bier incluis."
Gezien? Van subtiele foreshadowing gesproken. Ik bedoelde eigenlijk "Yeah okay right het zal wel zijn zeker?"
Vooruit met
de Grim. Geit.
Allereerst: het was een gratis tasting pack,
en zonder al te veel te willen verklappen
geef ik alvast mee dat het elke eurocent waard was.
(foto alhier is van een heus threepack. Ik had er maar twee en pas op: ik klaag niet of zo he?)
"Microbrouwerij" staat er alvast overal in groot én in't klein op: pater Karel wil dat we wéten dat hier vakmanschap en creativiteit voorop staan.
Karel's handtekening staat er zelfs bij, dus ik ben dubbel gerust.
"Gebrouwen in de brouwerij in België" staat er op het papieren zegeltje over de kroonkurk, en neem me niet kwalijk als ik me dan afvraag waar al die àndere Grimmekes dan gemaakt worden. Niét in de abdij (want het zijn abdijbieren maar daarover in een andere post meer nee echt beloofd) en blijkbaar ook niet in België. Rusland? Turkije? De Faröer Eilanden? Fuqqing Fiji? Wie zal het zeggen?
Astrum Pale Ale
is (duh) een pale ale. Schenkt aardig uit en is alvast niet zo'n typisch bruisend Belgisch bier zoals er al teveel zijn. "Dry hopped met Galaxy Hop", belooft het etiket me. "Een openhartige bitterheid, toetsen van tropisch fruit, en een alliantie van Australische en Vlaamse hoppen", belooft het kartonnen clipje me.
Wat ik krijg is teleurstelling in een glas. Galaxy is zowat één van de feestelijkste hoppen ter wereld: explosief, weelderig, exotisch, bijna wulps. En bovendien pokkeduur en aartsmoeilijk te verkrijgen zonder goeie connecties want iederéén wil wel Galaxy in zijn bier. Galaxy moet uit je glas knallen of je hebt niks van Galaxy begrepen. Galaxy in bier is zoals truffels in je eten: het is niet iets dat je er subtiel in verstopt om ernaar te laten ràden, maar wel de dikke sopraan die je tijdens de aria in de spotlight wil hebben staan en waar besnorde mannen voor in zwijm vallen.
Geen spóórtje Galaxy valt er te ontwaren in de Astrum, en wat je dan overhoudt is een fletsig, typisch Belgisch(*) smakend bier, dat noch bitter, noch zoet is, en van geen kanten op een pale ale van eender welke onderklassering lijkt.
*) you know what I mean. Dat inwisselbare aroma van granerige mout en klassieke, kruidige contintenale hop, met een vleugje banaan. Als de kleur had meegewerkt zou ik gedacht hebben dat het een vermoeid overjaars blond was.
I'm going out on a limb and say it: eender welke hobbybrouwer met 100 gram Galaxy in zijn diepvriezer slaagt er béter in een Galaxy Pale Ale brouwen dan wat je in een flesje Astrum tegenkomt. En dan herinner ik me dat ik meer dan 12 maanden geleden nog dacht: "Grimbergen Galaxy Pale Ale? Okay yeah right. 't Zal wel zijn"
Magnum Opus Brut Beer
is (alweer duh) een brut bier. Ik ben de slechtst mogelijke mens om overtuigd te krijgen van de meerwaarde van "brut" als stijlklassering(*), want doorgaans zijn het teleurstellende bieren die geen gram ideniteit of zelfs maar meerwaarde winnen met hun "brut" bijschrift.
*) doorgaans een excuus om je alternatief voor ale-gist te gebruiken als argument om't bier met champagne(°) te gaan vergelijken.
°) en het strekt pater Karel tot eer dat hij tenminste niet over dégorgement is begonnen
"Gegist met mousserende wijngist", beloven clipje én etiket in koor, alsof gewone biergist niét mousserend zou zijn. Guess what, Karel? In 't frans heet bierschuim gewoon "mousse", en een mousserende wijn heeft geen blijvend schuim dus wat probeer je dan feitelijk te zeggen met dat adjectief?
"Levendige aroma's", whatever dafuq those are, en "toetsen van droge witte wijn, dankzij de combinatie van Nelson Sauvin-hop en ons dubbele gistingsproces".
Nelson! Na Galaxy zowat mijn tweede favoriete go-to hop! Het feest kan niet op! En inderdaad: Nelson staat erom bekend een zeker vineus karakter aan bieren mee te geven dus ik vergeef Karel in deze nog het weinig zeggende "toetsen van droge witte wijn" of nee wacht even tot ik heb geproefd.
En geroken. En voor de zekerheid nog veertien keer heb geroken.
Ruikt naar niks.
Letterlijk naar niks.
Niet eens naar weinig, of naar te weinig hop, of naar iets vies, of naar iets onverwachts, maar gewoon naar niets. Dit bier ruikt naar toen ik nog Corona had, en niet eens meer de turf in mijn Laphroaig kon ontwaren. Aroma's en toetsen en subtiele vleugjes van complete neusdoodheid. Nogmaals: als je een bier met Nelson naar niks kan laten ruiken zegt dat ofwel wat over je brouwproces, of anders over het zuinige handje waarmee je je pokkedure Nelson in je bier hebt gesprenkeld. En ook hier weer: éénder welke échte microbrouwer slaagt er wél in zijn Nelsonbier naar Nelson te laten ruiken, maar onderweg van de Abdij naar Dendelleis heeft de homeopatische dosis hop schijnbaar alle potentie verloren.
En dan had ik nog niet geproefd: dit bier smaakt méér naar een weizen dan een gemiddelde weizen die wél als dusdanig verkocht wordt: kruidnagel en wat scherpe fenolen, drijvend in een bad van rinsige tarwe. Geeneens een goeie weizen, en beslist "levendige aroma's", maar alleszins geen brutbier zoals je 't zou mogen verwachten. Behalve dan dat het, net zoals een glas cava, na een halve minuut al de helft van zijn carbonatie kwijt is, én geen schuim meer heeft. En al een beetje begint te smaken naar the morning after, of toch hoe die zou smaken als je stug zou volhouden en de avond verderzet met een krat van dit spul.
Dit bier Magnum Opus noemen is een mooi staaltje Sheer Fuqqing Hubris, en suggereert dat het vanaf hier alleen minder goed wordt wat er nog allemaal uit Microbrouwerij Grimbergen et al(kenMaes) dreigt te vloeien.
Hetgeen me doet vermoeden dat ik blij mag zijn dat de derde telg, de Ignis Quad niet in dit gratis probeerpakket zat. En ik herinner me dat ik, 12 maanden geleden, bij mezelf dacht "Een brutbier? Van Grimbergen? Met Nelson? Okay yeah right het zal wel zijn"
Ik heb graag gelijk, versta me niet verkeerd. Ik heb graag gelijk maar sta helemaal open voor mijn eventuele ongelijk. Soms wou ik wel eens dat ik gewoon onterecht vooringenomen was, en dat ik nog eens aangenaam verrast kan zijn wanneer zich iets aan mij presenteert dat erop 't eerste gezicht uitziet als "okay yeah right het zal wel zijn".
Maar helaas: ook in het geval van Grimbergen's Craft series had ik gewoon gelijk, en had ik mezelf deze kwelling kunnen besparen.
The things we do for love. And beer.
Oh en een terzijde: die Magnum Opus, die heeft zomaar weer eventjes een zilveren medaille gewonnen op de World Beer Awards. In welke categorie dat dan wel mag geweest zijn vind ik niet meteen terug, and frankly: the number of fuqs given is low.
Oh en nog een terzijde! Dat bezoekerscentrum? Daar zit een een belevingsluikje bij waar een algoritme voor jou berekent "welk van de tiental Grimbergen bieren het best bij jou past". Curiosity kills cats maar nu ben ik wel héél benieuwd en leer ik mijn kat alvast wat zelfverdedigingstechnieken aan: wélke Grimbergen zou mijn eigen persoonlijk favoriet zijn?
Het is een beetje alsof een computer voor mij gaat inschatten wat ik liever heb: Ebola, op elke radiozender alleen nog we're up all night to get lucky we're up all night to get lucky we're up all night to get lucky we're up all night to get lucky we're up all night to get lucky we're up all night to get lucky we're up all night to get lucky we're up all night to get lucky of toch maar het Vlaams Blok aan de macht. Soms weet zo'n algoritme het óók gewoon niet beter hoor.